Een kunstenaar heeft natuurlijk een Muze maar wat of wie is dat eigenlijk, een Muze?
In de mythologie van het oude Griekenland waren de negen muzen dochters van Zeus en de zussen van Apollon. Ze bewoonden samen de zangberg Helikon.
De muzen waren voorstellingen van de godin als inspirerende kracht. Deze ‘geestkracht’ stond in de oudheid gelijk aan adem of lucht. Wat men nu onder ‘geestelijke inspiratie’ verstaat, werd toen beschouwd als letterlijk ‘inademen’. Dat kan de betekenis zijn van de notie dat zij kinderen zijn van de lucht.
Homerus begint zijn Odyssee met het aanroepen van een Muze: “Vertel mij, Muze, over de man …” In de Ilias roept hij ook de hulp in van de Muzen, dit keer om hem te vertellen vanuit welke streken welke soldaten en welke hoofdmannen kwamen. Hierna geeft hij een schier eindeloze opsomming van voorgenoemden.
Volgens een overlevering schonken de muzen ons de zeventonige toonschaal, die een weerspiegeling was van van de ‘harmonie der sferen’. Dit was de hemelse harmonie, waarin iedere planeet zich in zijn eigen sfeer bewoog, terwijl ze daarbij door resonantie elk hun eigen specifieke klank voortbrachten. Elke noot correspondeerde met de klank van een klinker. In het Fenicische alfabet, dat ook met de muzen in verband wordt gebracht, worden klinkers niet genoteerd. De muziek der sferen was de kracht die het universum bijeenhield.
De negen muzen zijn:
Erato (De muze van de hymne, het lied en de lyriek)
Euterpe (De muze van het fluitspel)
Kalliope (De muze van het heroïsch epos, de filosofie en de retorica)
Clio (De muze van de geschiedschrijving)
Melpomene (De muze van de tragedie)
Polyhymnia (De muze van de retoriek en de gewijde liederen)
Terpsichore (De muze van de dans en de lyrische poëzie)
Thaleia (De muze van de komedie)
Urania (De muze van de sterrenkunde)
(Bron: Wikipedia)
Ondanks dat de Muze van de schilderkunst in bovenstaande opsomming niet voorkomt (?) is het natuurlijk allemaal mooi en prachtig maar eigenlijk ben ik op zoek naar een meer persoonlijke omschrijving van het begrip Muze. Die blijkt niet voorhanden, noch in mijn oude woordenboeken (Koenen & Kramers, respectievelijk 1969 en 1973, beiden 16e druk), noch na diverse naspeuringen op het internet, dus doe ik zelf een poging:
De Muze is de persoonlijke belichaming in de vorm van een man of vrouw van een diepgevoeld verlangen naar ontsnapping uit de afgescheidenheid en beknelling van het individueel bestaan; de Muze is de persoonlijke belichaming in de vorm van een man of vrouw die het hart verwarmt, de Ziel doet juichen en het landschap van het bestaan doet baden in een stralend licht; de Muze symboliseert een thuiskomst, daagt uit zonder te frustreren, inspireert tot grootsheid (of in de woorden van Jack Nicholson in As good as it gets: “…makes me want to be a better man.”)
De Muze is kortom de soulmate par excellence, de geïncarneerde God/Godin, biedt kansen tot een, op dit ondermaanse gerealiseerd Unio Mystica en maakt derhalve gehakt van het tegenwoordig alom aanvaarde, post-moderne idée dat “een relatie hard werken is”…
Rest de vraag: ben ik voor mijn Muze ook een Muze?
Geef een reactie